
De waarheid moet niet verward worden met de mening van de meerderheid. Recente voorbeelden over grote onderwerpen als gelijkheid, diversiteit en interpretatie van historie maken dat pijnlijk duidelijk. De tegenstellingen zijn groot, er is sprake van goed/fout denken, harde oordelen en gevoelde verwijdering. Typisch voorbeeld van een onderwerp waarover grote verdeeldheid bestaat is orgaantransplantatie. Het passeren van de donorwet midden ´20 is eerder de start van een brede (huiskamer-)discussie dan het einde.
Hoe zou Pia Dijkstra zich gevoeld hebben bij het opstaan op 1 juli 2020? Jarenlang heeft zij geijverd voor de donorwet die sinds die dag van kracht is. Zij heeft namens de partij, D’66, haar nek uitgestoken en na een slopend proces van jaren, de wet letterlijk voor de poorten van de hel weggesleept. Een route van verloren stemmingen, eindeloos vergaderen en het uitruilen van politieke thema’s. Uiteindelijk is het doel bereikt met de kleinst mogelijke parlementaire meerderheid. Na de winst in de 2e kamer in 2018, het beeld staat nog scherp op het netvlies, is Pia de stemmen nog aan het tellen, als naast haar Alexander Pechtold geëmotioneerd de hand voor de mond slaat. De helft plus 1, wet aangenomen. De kurk kan van de fles, bubbels spatten rond, het feest kan gevierd. Proostend zullen zij eenvoudig voorbij gaan aan de beleving van de andere helft; democratie is nu eenmaal zwart/wit. De tranen van geluk en opluchting zijn ongetwijfeld gedeeld met talloze wachtende patiënten. Zij kijken hoopvol uit naar het moment dat meer organen beschikbaar zijn. Iedereen begrijpt hen!
Als de wet actief wordt staan 7,3 miljoen mensen boven de 12 jaar geregistreerd in het donorregister en dat zijn er, ondanks kostbare campagnes, precies 1 miljoen meer dan in 2018. Ruim 53% kiest er voor om weefsels of organen af te staan, 36% zegt nee en 11% laat de beslissing bij de familie. Zo op het oog lijken de percentages niet ver uiteen te lopen met het stemgedrag van de politici. Maar met de groep van bijna 7 miljoen mensen die geen keuze bekend hebben gemaakt erbij, blijkt de extraparlementaire onbalans. In cijfers betekent het dat een minderheid, namelijk 3,8 van de mogelijke 14 miljoen, daadwerkelijk staat ingeschreven als donor. In de media worden de donoren permanent geciteerd en geportretteerd als de goeden, de altruïsten. Andersdenkenden worden impliciet egoïst verklaard. Bitter is het passeren van de donorwet voor de grootste groep, de niet-kiezers. De gezaghebber acht namelijk aangetoond, dat ondanks opgelegde urgentie, deze burgers klaarblijkelijk niet in staat zijn om tot een gewogen besluit te komen, binnen de gestelde termijn. Pia en haar club hebben een half volk onbekwaam verklaard en vanwege vermeende labbekakkerigheid, onteigend van hun lichaam. Uw organen vallen toe aan de staat en zij zullen naar inzicht worden benut. Jazeker, u mag het terug vorderen, op de website vind u het document, heel eenvoudig.
Tot de dag van…1 juli ’20 waren wij primair, elementair eigenaar van de ondeelbare eenheid: lichaam, ziel en geest. Niets anders in de hele wereld is, zonder dispuut, ons eigendom en verantwoordelijkheid. Welke interpretatie van de grondwet staat toe dat, wat reeds ondeelbaar van mij is, legaal kan worden ontnomen? In de universele verklaring voor de rechten van de mens staat bij artikel 3: “Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid als persoon. Of je nu voor- of tegenstander bent: deze donorwet is een flagrante schending van de individuele soevereiniteit. Punt!
Dit alles om de orgaan-wachtlijst te kunnen wegwerken. Wellicht is er straks zelfs een overschot en kan Nederland de uitruilpositie verbeteren of commerciële voordelen behalen. In het transplantatie-circus gaat het vreemd genoeg om eigen volk eerst. Geen passende ontvanger binnen de grenzen, dan worden organen rond gevlogen om ze bij -welvarende- patiënten elders te krijgen. Orgaanontvangers moeten het zich namelijk wel kunnen veroorloven, hetzij persoonlijk, of via de gemeenschap, zoals in ons land. Van liefdadigheid is geen sprake, kom op zeg, transplantatie is een veel te duur product voor arme zorg-sloebers, maar doneren kan altijd.
In de afgelopen 100 jaar is, algemeen, de stoffelijke gehechtheid met kwadraten toegenomen. Uitgerekend het vergankelijke onderdeel lichaam, is a-proportioneel belangrijk geworden. Opmerkelijk; slechts 40% van de orgaanontvangers is jonger dan 56 jaar. Een paar eeuwen geleden was de gemiddelde levensverwachting nog 40-50 jaar. In vergelijking met pakweg 10-15 generaties terug, wordt dus diep in reservetijd, getransplanteerd om de dood uit te stellen. Maar ouderdom is niet te genezen en niemand wordt beter met het orgaan van een ander. De ontvanger krijgt slechts extra tijd, als (zware)patiënt! Fysieke afstoting, nieuwe organen worden gezien als vijandig, wordt bestreden met tonnen € aan farmaceutica. Onzekerheid over de slagingskans, veel bijwerkingen, nee, een getransplanteerd orgaan is geen walk in the park.
Sterven is een werkwoord, het is een proces dat tijd vergt. Na ongeveer 3 dagen is alle intracellulaire activiteit gestopt. Voor het winnen van organen is dit probleem opgelost met de diagnose hersendood, overigens een Nederlands bedenksel. Organen oogsten kan uitsluitend door de huid te klieven van een levend corpus. Dat wat stervende is wordt dood verklaard om dat wat eveneens stervende is bonustijd te gunnen, soms veel, vaak weinig. In relevante literatuur is, jaren geleden al, het cellulaire geheugen beschreven. Cellen reageren zelfs buiten het lichaam en op afstand, zonder vertraging op de gemoedstoestand van de eigenaar. Dat met het orgaan mee-getransplanteerde geheugen leidt niet zelden tot gedrags- en karakterveranderingen bij de ontvanger, de kwaliteit van leven beïnvloedend. Patiënten en donoren worden over dit fenomeen niet of nauwelijks ingelicht. In het publieke debat is zelfs de ethische vraag nog onbeantwoord: transplantatie, is dat wel “gezondheidszorg”? Hoe onderscheiden wij het fundamentele begrip gezondheidszorg van existentiële manipulatie? Verdedigen dat transplanteren goed is, gewoon omdat het kan, is echt veel te kort door de bocht.
Wie heeft besloten om organen te doneren of te ontvangen: prima! De verhoudingen beseffend, is enige terughoudendheid en compassie naar de andere groep wel op zijn plaats. Gun hen onzekerheid en besluiteloosheid over grote vraagstukken waarvoor geen enkelvoudige waarheid bestaat. De donor-vraag met ja of nee beantwoorden is niet zo eenvoudig als wordt voorgesteld. Van een zuivere afweging kan pas sprake zijn als de volgende filosofische stelling serieus is overwogen:
“Geen vitale organen doneren of ontvangen dient het leven, van mijzelf en van de ander”.
Posts







