By Martin Polman
•
November 26, 2024
Met de stelselwijziging in 2006 werd de Nederlandse consument getrakteerd op marktwerking in de zorg. Was de vrije economie vertaald naar het zorgproduct dan zou, om dezelfde redenen dat een betere auto duurder is, de beste arts in het beste ziekenhuis een hogere vergoeding per behandeling ontvangen. In ons stalinistische zorgsysteem, waar iedereen, ongeacht inkomen, dezelfde zorg zou moeten krijgen kan dat natuurlijk niet. De vergoeding per behandeling/behandelaar staat namelijk vast en bijbetalen is uitgesloten. Daarom werd een partij die zelf geen enkele zorg-prestatie levert, verantwoordelijk gemaakt voor zorginkoop en marktwerking. Verzekeraars zien een behandeling als een schadegevalletje. Geruisloos komt de dag naderbij dat malusvoorwaarden een rol gaan spelen, maar komt er ook een bonus? Uitgerekend de bankensector, waar alles draait om winst, als waakhond van de zorg. Op VWS was het zo goed bedacht, de aanbieders van zorgverzekeringen mogen geen winstoogmerk hebben. Wel moesten zij van de DNB minimale buffers aanleggen, om bestand te zijn tegen een plotse gezondheidscrisis. Helaas was minister Schippers aanvankelijk vergeten om een maximum te bepalen, met gevolg, dat miljarden premiegeld gretig als reserve werden aangemerkt. Pas bij 14 miljard in de pot, ver boven het verlangde minimum, wist zij dit een halt toe te roepen. Die stapel geld moest natuurlijk belegd worden en het is onduidelijk of de winst ervan wel ten goede komt aan de premiebetalers. Een deel is belegd in vastgoed, bijvoorbeeld de eigen kantoren. Niks sobere gebouwen op incourante plaatsen, peperdure panden op A-locaties! Opzichtig heeft de industrietak duidelijk gemaakt dat het niet handelt naar de geest van het stelsel en het in hen gestelde vertrouwen. Met een dikke middelvinger naar de opdrachtgever en de clientèle, wordt een ongekende fusiegolf gestart. Achmea, VGZ, CZ en Menzis hebben al jaren meer dan 80% marktaandeel naast een handvol kleine aanbieders in de marge. Het nadeel van een oligopolie is dat het functioneert als een kartel, met nagenoeg uniforme prijsvoering. De zorgconsument wordt om de tuin geleid en krijgt nog altijd tientallen merken te zien, alsof er wel iets te kiezen valt. Zorgpolissen zijn echter 1 e klas eenheidsworst. Het verschil in maandpremie is klein bier, het gaat om hooguit tientjes op jaarbasis. Zorginhoudelijk is er amper verschil. Zou er een polis zijn die ruimhartig vergoedt wat andere aanbieders laten, dan zouden we het nog ergens over hebben. Het toppunt van misleiding is de naturapolis. Voor korting levert de klant de vrije artsenkeuze in. Zorgverzekeraars kunnen daarmee zo scherp mogelijk zorg(natura) inkopen, door behandelaren de duimschroeven aan te zetten. Jaar na jaar. Op personeelskosten kan niet bezuinigd worden dus het moet vooral uit materialen komen. De kwalitatieve verschraling is voelbaar, maar de verzekeraar redeneert: met een kleinere auto kom je ook in Parijs. Over auto’s gesproken, wie met een naturapolis ver buiten de woonplaats wordt gestuurd, voor een behandeling bij de goedkoopste aanbieder, is vaak een veelvoud van de besparing op premiegeld kwijt aan reiskosten. Wie een integriteitsprobleem heeft, zo groot als dat van een verzekeraar, is niet in staat om een ander te vertrouwen. Zorgverleners worden gedwongen om gedetailleerd verantwoording af te leggen. De controledrift heeft tot gevolg dat zorgmensen tot 25% van hun tijd moeten besteden aan het stillen van de administratieve honger. Anders wordt er niet betaald. De bureaucratische werkdruk, gebaseerd op wantrouwen, leidt tot stress en toenemende uitstroom. Halveer die papieren ballast en een groot deel van het personeelstekort in de zorg is weggewerkt. In 2016 kon objectief worden vastgesteld dat het project marktwerking in de zorg faliekant is mislukt. Toch kunnen de verzekeraars in samenwerking met VWS, voortgaan op de ingeslagen weg met het adagium: bezuinig alles dat niet rendeert. De gevolgen van dit beleid zijn pijnlijk aan het licht gekomen tijdens de coronacrisis. Er is geen noodplan en opschalen bleek amper mogelijk. Het aantal IC-bedden is nu 175 minder dan toen(!), voor meer inwoners. Zonder enige reflectie over het gecreëerde tekort, klopten de verzekeraars zichzelf op de borst omdat zij de stilvallende zorg, financieel overeind hebben gehouden tijdens de lockdowns. De politiek bepaalt wat er wel en niet moet worden vergoed in de basisverzekering. Een tergend langzaam proces, gespeend van moed en besluitvaardigheid. Het water staat de zorg aan de lippen en zodra de vraag het aanbod gaat overtreffen, mag gehoopt worden dat de triage wordt gedaan door medici. Die zullen dan kiezen wie er behandeld wordt en in welke volgorde. Het is niet ondenkbaar dat artsen hun vingers niet willen branden aan de gevolgen van de bewuste beleidskeuzes. Zij kunnen zich verschuilen achter de eed. Dat zou de zorgverzekeraars in stelling kunnen brengen. Ongehinderd door ethische kwesties zullen zij de schaderisico’s inschatten en mogelijk ook de verwijtbaarheid vaststellen. De heksenjacht op rokers kan dan vertaald worden naar een lage prioriteit voor behandelen en een hogere premie of eigen risico. Eenmaal op dat hellend vlak, zullen opnames vanwege bijvoorbeeld morbide obesitas of drankmisbruik gewogen kunnen worden naar verwijtbaarheid. Vermijdbare zorg kan bij het afwikkelen van de schade, voor een groot deel bij de deelnemer gelegd worden. Een positief effect kan zijn dat er meer gemeten wordt. Na een intense mediajacht, werd week 40 de nationale meetweek van fietsongevallen die op de spoedeisende hulp belanden. Alle ziekenhuizen deden mee. In totaal gaat het om 1.291 fietsers: 715 met gewone fietsen, 480 met e-bikes en 96(7.4%!) met fat bikes. Geen duiding van de leeftijdsverdeling, behalve voor de fat bikes. Wat komt er in het nieuws? De jeugdige fat biker is het probleem. Kamervragen. Roep om noodwetten. Helm verplichting! Leeftijdsgrens! Het CBS publiceert op 9 november: de vergrijzende Nederlander fietst gemiddeld zeker 1.000 km/jr. meer dan 10 jaar geleden. Steeds meer oudere mensen fietsen steeds vaker op almaar snellere fietsen. Een logische verklaring voor 93% van de fietsdrama’s. Het kan dus wel! Meten. De afgelopen jaren is talloze keren gevraagd om een meetperiode op de SEH voor de verschillen in aantallen acute zorg, tussen wel- en niet Covid-gevaccineerde patiënten. Dat kon allemaal niet, zou teveel werk zijn en de zorg zou het niet aan kunnen. Terwijl de wetenschap (dat het nieuws niet haalt) handenvol bewijs levert dat gezondheidsproblemen, en de vraag naar zorg, schrikbarend zijn toegenomen door de bijwerkingen van Covid-vaccins. Wat positief kan uitwerken met verzekeraars, is dat zij een eenvoudige systematiek hebben om politiek ingewikkelde problemen op te lossen. Is de leeftijdsgrens voor het besturen van een fat bike 16 jaar, dan zullen alle zorgkosten, voortvloeiend uit ongelukken met jongere fat bikers, uit eigen zak betaald moeten worden. De handhaving van de wet wordt dan thuis geregeld. Wie zich vrijwillig laat inspuiten met een experimenteel vaccin, werking en bijwerkingen ongewis, zou belast kunnen worden met 10% extra zorgpremie. Dat scheelt meteen wat prikstraten. De grote vraag is of zorgverzekeraars, ooit no-claimkorting gaan geven aan gezonde premiebetalers. Zorgverzekeraars, die zorgen vooral goed voor zichzelf! In de laatste maanden van het jaar wordt het toneelstukje van marktwerking opgevoerd. Ongeveer een half miljard euro wordt jaarlijks aan marketingkosten verbrand, om overstappers te lokken. Houd dit in gedachten als de tv-reclames, met gezwollen turbotaal, vol op de emotie, want UW gezondheid…, de komende maand weer langskomen. Het belangrijkste woord in de nieuwe campagne van Achmea is BLABLA. Zij kunnen, in tegenstelling tot de concurrentie, dit jaar de tekst wel waarmaken.